Pandijkseveld, Oosterhesselen
Een bewoner van Oosterhesselen vertelde dat deze plek vroeger een moerasje was, waar hij elke zaterdag met zijn vader naar toe wandelde om er één houtsnip te schieten. De houtsnip ging mee naar huis en werd op maandag geleverd aan de poelier. Dat leverde een kleine extra bron van inkomsten. Zijn vader wist dat ze niet meer dan één houtsnip moesten schieten om zo deze vogelsoort op dit terrein te handhaven.
Inmiddels is het gebied een akkerland met op de centrale plek een bosje. Waarschijnlijk gaat het hier om een pingoruïne.
Een houtsnip is een unieke steltloper omdat hij leeft in het bos. Zijn camouflage is perfect. Ze broeden meestal in bossen van enkele tientallen hectares groot, maar hebben een voorkeur voor bos met open plekken. Op deze locatie is het omgekeerd: er is veel openheid, maar er ontstond in de loop van de tijd wel een bosje. Zijn voorkeur voor een plaatselijk natte bodem en een dikke humuslaag past ook goed; de pingoruïne is nat en heeft een veen bodem. Buiten de broedtijd komen ze ook in kleine bosjes, singels en dichte struwelen voor.
Iemand anders vertelde iemand dat uit deze mogelijke pingoruïne, en mogelijk andere pingoruïnes hier in de buurt, in de vijftiger jaren veenmos werd geoogst. Dit werd vervolgens per schip via de Hoogeveense Vaart afgevoerd naar kwekerijen in het westen. Het veenmos werd gebruikt als “oasis” om planten en bloemen in te steken in bloemstukken.