Pingo Programma
Pingo Programma Drenthe
Drenthe kent een zeer hoge dichtheid aan mogelijke pingoruïnes, zo’n 2500! De hoogste dichtheid van Nederland, en zelfs West Europa (fig. 2). Deze laagtes in het landschap zijn nu vaak herkenbaar als kleine ronde watertjes.
Figuur 2: Alle locaties van –mogelijke- pingoruïnes. Elke locatie heeft een eigen nummer, zie hiervoor de –interactieve- kaart .
Pingoruïnes zijn gevormd aan het einde van de laatste ijstijd, het Weichselien. Gedurende het Weichselien was er geen landijs aanwezig, maar heerste er wel een ijstijdklimaat en was de bodem permanent bevroren. Dit wordt permafrost genoemd. Op sommige plekken kon diep grondwater door de bevroren bodem naar het oppervlak stromen.
Maar vlak onder het oppervlak bevroor het water en vormden zich ijslenzen. Deze ijslenzen groeiden door tot er kleine heuvels ontstonden, de pingo’s. In de eindfase van de laatste ijstijd, het Weichselien, traden sterke temperatuurwisselingen op. Gedurende enkele duizenden jaren was het veel warmer en dan weer veel kouder.
Zo rond 15.000 jaar geleden verdween de bevroren bodem en smolten de ijslenzen. Hierdoor bleven laagtes achter in het landschap. Sinds die periode vulden de depressies zich met water en later met veen.
De pingoruïnes kunnen een compleet veenpakket hebben, vanaf 15.000 jaar geleden tot op heden. In het veen zit veel informatie opgeslagen, wat maakt dat deze locaties zo bijzonder en waardevol zijn. Het ontstaan van de pingo’s en pingoruïnes wordt verder uitgelegd onder het kopje Pingoruïnes.
Veel van deze locaties zijn in het verleden, en met name ook nog in de Tweede Wereldoorlog, deels of geheel uitgeveend. Men liet het veen drogen, zodat men het turven kon steken. Zo ontstonden de met water gevulde laagtes, die ook wel dobbes worden genoemd.
Toch zijn er waarschijnlijk nog heel veel vrij gave pingoruïnes die je niet zomaar kunt zien, het zijn natte plekken in het land, een drassig stukje grond, of zelfs laagtes in het bos. We herkennen ze nu als ronde laagtes in het landschap. Ze liggen niet alleen in de natuurgebieden, maar ook in het agrarisch cultuurlandschap.
Het is dus niet vreemd dat we in Drenthe zijn gestart met een Pingo Programma. Het is een breed programma waarin aandacht is voor drie grote thema’s, te weten Wetenschappelijk onderzoek, Beheer & Beleid en Recreatie & Educatie. Er zijn erg veel organisaties bij betrokken, we willen gezamenlijk en multidisciplinair aandacht schenken aan deze bijzondere landschapselementen (fig. 3 en 4).
Per thema is een werkgroep gevormd, waaraan de direct betrokken organisaties deelnemen. Alle drie de werkgroepen volgen een eigen traject. We willen op alle niveaus kennis ontwikkelen en delen. We zijn gestart met een tweejarige pilot periode, 2016-2017, en hopen daarin vast te kunnen stellen of Drenthe inderdaad de meeste pingoruïnes van Europa en wellicht zelfs van de hele wereld heeft. Maar ook hoeveel er nog gaaf zijn en of het model van hoe ze ontstaan nog wel klopt.
Onderzoekers gaan aan de slag in het veld, maar ook in archieven. Veenkernen zullen worden gestoken en randwallen onderzocht. Maar ook is er aandacht voor veldnamen en gebruik. En naast het veldonderzoek door de wetenschappers gaan we veldwerk doen met belangstellenden! U kunt zich via het contactformulier hiervoor aanmelden (link).
Kinderen in Drenthe gaan in het schooljaar 2017-2018 onder leiding van het IVN een educatief traject volgen. Een aantal middelbare scholen gaat, o.a. in het kader van de KNAG Geoweek, een bijdrage leveren aan het veldonderzoek.
Een ander belangrijk onderdeel is het nadenken over het beste beheer van deze bijzondere locaties; want er zijn zoveel verschillende situaties, die steeds om ander soort beheer kunnen vragen. Alle voorkomende waarden, aardkundig, archeologisch, cultuurhistorisch en ecologisch moeten goed afgewogen worden voor een zorgvuldig beheer.
Daarnaast besteden we aandacht aan deze landschapselementen in –bestaande- routes en we willen ze, samen met vrijwilligers, beter zichtbaar en beleefbaar maken etc..
Het is een breed programma met een hoge ambitie, maar we kunnen onmogelijk alle locaties fysiek onderzoeken. Daarom willen we u als eigenaar en/of landschapskenner vragen uw kennis en verhalen over deze locaties met ons te delen.
Zo krijgen we nog meer informatie. Een deel van alle –mogelijke- pingoruïnes zal uiteindelijk een uitblazingskom blijken te zijn, of nog een andere oorsprong hebben. Een deel zal geheel verstoord zijn en mogelijk zelfs volgestort. Ook dit moet onderzocht worden. Maar er zijn ongetwijfeld nog vele mooie en waardevolle locaties aanwezig, en hier moeten we dan ook met zorg mee omgaan.
We willen bereiken dat zowel bewoners van Drenthe als recreanten en belangstellenden bekend raken met deze bijzondere situatie in Drenthe.
Het Pingo programma wordt mede mogelijk gemaakt door de provincie Drenthe, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), het Prins Bernhard Cultuurfonds, het Helena Vrucht fonds en het Recreatieschap. Het programma wordt uitgevoerd door Landschapsbeheer Drenthe.