Zeijen | 1646 | Bollenveen


Zeijen | 1646 | Bollenveen

Ten noordwesten van het dorpje Zeijen ligt het Bollenveen. Het is eigendom van Staatsbosbeheer.

Het terrein heet Bollenveen omdat het in het verleden een hoogveentje was, met een bolle vorm.

Het Bollenveen, een uitgeveende pingoruïne, met pollen pijpenstrootje en wilgen struweel (foto: Anja Verbers)

Het Bollenveen is in de loop van de tijd uitgeveend of uitgegraven ten behoeve van turfwinning. Hiervoor moest het veentje drooggemaakt worden en zo werd er een kleine tjasker geplaatst. Die staat er nog steeds, maar niet meer op de oorspronkelijke plek.

Pingokaart met topografische ondergrond met in het midden (1646) het Bollenveen

Het Bollenveen is een open watertje, omgeven door een eiken- en berkenbos. Langs het water groeien verschillende plantensoorten: waterwilg, rus, pijpenstrootje, wolfspoot en wollegras. In het water komt op sommige plekken wollegras voor.

In het verleden is er veel turf afgegraven in het gebied, dit is tegenwoordig nog te zien door de veenputten die er aanwezig zijn. Ieder had zo zijn eigen put waar men voor de winter veen kon steken. Vooral de hoogtekaart laat dit nog goed zien. Aan de noordkant ligt een plek met een ringvormige watergoot, hier heeft de tjasker vroeger gestaan. In 2001 is er een nieuwe tjasker gebouwd.

De naam Bollenveen komt van de begroeiing die er vroeger was. Het woord ‘Bol’ betekend gezwollen, hiermee worden de vele veenmosbulten bedoeld die er vroeger aanwezig waren. Het Bollenveen kent een lange geschiedenis, al in de eerste eeuwen van de jaartelling werd het veentje gebruikt.

Toen als offerplaats om de goden te eren en goed te stemmen. Tijdens archeologische onderzoeken die hebben plaatsgevonden in het Bollenveen zijn verschillende gebruiksvoorwerpen en botten van dieren gevonden.

Landschapsbeheer heeft, samen met vrijwilligers, beperkt onderzoek gedaan naar de locatie. Er is geboord op twee plekken, één keer aan de noordkant en één keer aan de zuidzijde van de mogelijke pingoruïne.

Aan de noordkant was er direct aan de waterkant meteen grof zand in de boor aanwezig. Aan de zuidzijde werd een laag veen aangetroffen, maar na ongeveer 1,5 meter was er weer openwater aanwezig.

Op basis van deze informatie gaan we er vanuit dat we hier te maken hebben met een pingoruïne die geheel uitgeveend is.


Zie ook

Luchtfoto