De Punt | 969 | Okkenveen
Ten oosten van het dorpje De Punt ligt een -mogelijke- pingoruïne, het Okkenveen (of Okkengat). De pingoruïne ligt in een bosje en wordt aan de zuidwestkant begrensd door een grasland perceel.
De naam van het veentje is af te lijden aan de familie Okken (zie figuur van de familiefoto). In 1985 kocht ene meneer Okken uit Annen de enige boerderij in de wijde omgeving van het veengat. In 1947 is de boerderij, die aan de westkant van het Okkenveen stond, afgebrand.
Twee oude bomen (een kastanje- en een lindeboom) van de erfbeplanting staan er nog (Historische Kring Yde De Punt, 2006). De plas (en het gebied er om heen) heeft niet altijd Okkenveen of Okkengat geheten, toen de familie Okken zelf nog in de boerderij woonden noemden ze deze altijd ‘Veenlust’ en er werd ook wel gepraat over ‘De Hei’.
De plas is door de familie Schröder, Okkenveen genoemd, deze benaming werd later ook door officiële instanties in gebruik genomen.
Gebruik Okkenveen
Begin jaren ’20 werd er gebouwd aan het eerste vakantiehuisje rondom het Okkenveen. Dit werd gebouwd door en voor de familie Schröder-Bijl. In 1927 stonden er al zes zomerverblijven op de heuvelrug ten noorden, oosten en zuidoosten van de veenplas.
Tijdens de tweede wereldoorlog is het gebied veelvuldig gebruikt als onderduik plek, er zijn dubbele muren gebouwd en er zijn zelfs mangaten gegraven met heideplaggen erop. Er is vroeger veel in het veentje gezwommen, vanaf de kant liep de bodem geleidelijk af en was er week.
Om deze reden is er meerdere keren zand gestort in het veen om de bodem harder te maken. Veel kinderen die woonden in de vakantiehuisjes hebben leren zwemmen in het Okkenveen.
Niet alleen mensen hebben gebruik gemaakt van het Okkenveen, ook dieren hebben in en rondom de veenplas geleefd. Verschillende watervogels hebben gebroed bij het Okkenveen en het schijnt dat de visotter er ook voor kwam.
Ook zwommen er veel, en vooral ook grote, vissen rond in het Okkenveen. Voorntjes, snoeken, karpers, brasems, zeelten en ook grote palingen kwamen er voor. Boer Okken kon zelfs zijn brood verdienen met de verkoop van de palingen (Schröder W, 2000).