Verdieping
Op de hoogtekaart is goed zichtbaar het gaat om een min of meer ronde depressie, grotendeels gevuld met water en met een mogelijke randwal er omheen. De maat van het meer is echter relatief groot voor een pingoruïne en de randwal in verhouding weer smal.
Het kronkelige verloop doet meer denken aan een uitblazingskom. Maar de vergelijking met het Mekelermeer was voldoende aanleiding om toch onderzoek te doen.
Het idee was om de gestoken kern te vergelijken met de kern die deze zomer is gestoken tijdens de Summerschool, in het Witteveen (zie locatie 853, elders op de website). Dit betrof wel een –gave- pingoruïne en het veenpakket is daar zo’n 4 m dik.
Maaike Zwier van de Universiteit van Utrecht zal het onderzoek uitvoeren in het kader van haar Master.
Na een hele dag boren bleek dat er wel gyttja –een organisch meersediment- aanwezig was, maar dat het niet dikker was dan 1,5m. Hieronder ligt direct fijn zand uit de Peelo formatie.
Dit duidt er op dat we hier niet met een pingoruïne te maken hebben, maar met een uitblazingskom. De kern zal echter wel onderzocht worden en vergeleken worden met eerder genoemde kern.