Verdieping
Uit de hoogtekaart kun je van alles afleiden. Goed te zien is dat het laagste punt niet in het midden van de pingoruïne ligt, wat betekent dat de pingoruïne asymmetrisch van vorm is. Het pad aan de westzijde zorgt voor de rechte begrenzing, oorspronkelijk zal die rand ook iets meer gebogen zijn geweest.
Op historische kaarten is te zien dat het terrein in 1832 nog een heideterrein was. Pas in 1959 wordt het gebied rondom de pingoruïne aangeduid als bosgebied, waarbij de locatie voor het eerst half in het bos ligt en half uit akkerland belstaat.
Later is het gebied volledig omringd geraakt door bomen en pas recent is de depressie vrij gemaakt van bomen. Deze ingreep was in het veld nog goed waarneembaar, maar draagt sterk bij aan de beleefbaarheid van de depressie.