Dwingeloo | 705 | Dwingelderveld


In de driehoek Dwingeloo, Beilen en Ruinen ligt het grootste natte heidegebied van West-Europa; het Dwingelderveld. Het gebied is sterk afwisselend met heide, bos met jeneverbesstruwelen, vennetjes en grafheuvels. Dit komt mede door het grillige oppervlakte van het gebied, het is een stuifzandgebied dat goed terug te zien is op de hoogtekaart. Veel van de laagtes in het Dwingelderveld zijn waarschijnlijk uitblazingskommen, of vennen. Maar ook komen er een aantal pingoruïnes voor, zoals het Smitsveen.

Luchtfoto van de locatie.

Op 23 september 2017 heeft de groep Junior Rangers van het Dwingelderveld de locatie met nummer 705 onderzocht. Deze locatie ligt ten westen van het Smitsveen.

Het Smitveen in het Dwingelderveld is zeer waarschijnlijk wel een pingoruïne (foto: Frans de Vries)

De Junior Rangers van het Dwingelderveld zijn jongeren tussen de 12 en 16 jaar, die één keer per maand een leuke natuur gerelateerde activiteit hebben bij hen in de buurt. Ze kwamen op deze dag voor het eerst weer bij elkaar om samen met Landschapsbeheer Drenthe één van de mogelijke pingoruïnes te onderzoeken.

De ochtend startte met twee activiteiten om de groep alvast warm te krijgen voor het veldonderzoek. Na deze activiteiten en een introductie over ‘’landschap lezen’’ en het ontstaan van pingoruïnes was het tijd om de aan de slag te gaan.

De groep werd in tweeën verdeeld om onder leiding van Anja Verbers en Jort Faber booronderzoek te doen en de profielen te beschrijven. Dit beschrijven doet men met de zintuigen, die de enthousiaste Junior Rangers uiteraard ook hebben.

Het bekijken van overgangen, het voelen van de structuur en het ruiken van het veen of gyttya, maken een nauwkeurige beschrijving van het bodemprofiel mogelijk. Vooral het bekijken en voelen van het bodemprofiel is erg belangrijk voor de beschrijving.

De kleur, de diepte van de overgangen, de beschrijving van de grens van een overgang en de bodemtextuur zijn onderdelen die precies beschreven moeten worden.

De Junior Rangers van het Dwingelderveld krijgen uitleg van Anja Verbers over hoe je het landschap kunt lezen, wat pingoruïnes zijn en hoe je ze kunt onderzoeken door middel van het boren. (foto: Gert Koene)

Een van de manieren om het landschap te leren lezen is het bekijken van oude kaarten. Op de kaart uit 1910 staat locatie 705 al als een open watertje aangegeven. De kaart uit 1910 laat de onderzochte locatie zien als klein watertje.

Ten zuiden van deze locatie ligt het Aardrijksveen. De hoekige vorm van de waterpartij in het Aardrijksveen duidt op veenontginning. Veenontginning maakt de waarschijnlijkheid van een pingoruïne groter, maar biedt geen zekerheid. Beide locaties liggen in een dalhoofd van een kleine waterloop die verder westwaarts loopt richting de Davidsplassen.

De korrelgrootte en vorm van het zand wordt bepaald met een ‘zandliniaal’ (foto : Gert Koene).


Foto's

Jort Faber geeft uitleg over het ontstaan van pingoruïnes (foto: Gert Koene).

Junior Rangers van het Dwingelderveld aan het boren en beschrijven (foto: Gert Koene).

Zie ook